De lancering van de nieuwe Van Dale, vijftiende editie, haalde vorige week alle media. Het prijsdier onder de nieuwe lemma’s, de Beyoncévlieg, werd door niemand gemist. Ik laat de inhoud nog even links liggen en concentreer me hier, geheel passend in deze tijd van oppervlakkigheid, op de buitenkant, de verpakking.
Ik ontvang de nieuwe editie per post, in een opvallende zwarte doos. Op elke zijde van die doos staat in witte letters één lemma over één van de woorden uit ‘Groot woordenboek van de Nederlandse taal’. Ah wat een goed idee. Precies 6 woorden, goed bedacht. Mijn oude exemplaar, de tweedelige tiende uitgave uit 1976 – ooit tweedehands aangeschaft – was nog getiteld ‘Groot woordenboek der Nederlandse taal’. Inderdaad, 5 woorden, dat was niet goed gekomen.
Hagelwit
Doos voorzichtig opengemaakt, en daar zijn de drie hagelwitte boeken in een kekke gekleurde cassette. Ik ben op slag enthousiast over de vormgeving. Het is niet alleen maar wit wat er blinkt. Op de rug van het eerste boek staan in reliëf de lemma’s voor ‘groot’ en ‘woordenboek’ boven het welbekende logo, eronder staan de lemma’s voor a en h (het eerste boek gaat van a t/m h). De rug van het tweede boek bevat de lemma’s over ‘van’ en ‘de’ en de letters i en q. Het derde boek ‘Nederlandse’ en ‘taal’ en de letters r en z. Kortom, de drie boekenruggen staan helemaal vol met letters die je kunt voelen. Lezen met je vingers lukt natuurlijk niet, maar het ziet er prachtig uit. De cassette met zijn verschillende pastelkleuren is wel leuk maar valt uit de toon bij de strenge, functionele vormgeving van doos en boeken met zwart en wit. De vormgeving, trouwens, van studio Joost Grootens.
Vijf keer Van Dale
Afijn daar zit ik, met mijn boeken. Ik zet ze op het bijzettafeltje, en zet de twee boeken uit 1976 (a tot en met n & o tot en met z) ernaast. De vijf boeken zijn allemaal even groot, en het logo is hetzelfde gebleven – men eert de traditie. De goud-opgedrukte letters van 1976 zijn bijna versleten maar de boeken zijn mooi oud geworden én heel gebleven. We zullen eens zien of de nieuwe uitgave het 40 jaar uithoudt.
Af en toe kijken we erin, vergelijken lemma’s, bladeren wat. Prachtig en functioneel vormgegeven, de herkomst van de woorden in blauw, honderden verhelderende tekeningen. Mijn ergernis over de Beyoncévlieg is verdwenen. Zou het marketing zijn? Ook onze nationale woordenboekenmakers moeten natuurlijk de wetten van de markt volgen. Dat blijkt ook uit de website die modern oogt en de waan van de dag volgt (o.a. met het ‘woord van de dag’). Dat contrasteert sterk met de rust en het monumentale van de woordenboeken. Het zij hen vergeven. Uit de vormgeving van de boeken én de verpakking ervan spreekt gewoon de liefde voor het woord.
En zo hoort het ook. Ik moest denken aan één van mijn lievelingsgedichten, ‘In het museum van Korinthe’ van Kostas Montis, een Grieks-Cypriotische schrijver (vertaling Hero Hokwerda)
De toeristen sloegen geen acht
op de twee kleine potscherven
met de eerste voorbeelden van het Griekse alfabet.
de grote beelden eisten al hun aandacht op,
de fraaie vazen trokken hen naar zich toe.
Wij echter stonden daar roerloos,
wij echter stonden daar voor die stukjes aardewerk
om de Gamma te bewonderen en de Mu
en de Tau en de Omikron en de Sigma en de Bèta
en de Alfa en de Ro en de Chi.
Daar stonden wij,
voor onze dierbare meesters.