Strand zonder Zee, Doodskist, Klamat.
Vanaf 1970 besteedt Staatsbosbeheer Texel aandacht aan toponiemen ofwel veldnamen in het duingebied. Onlangs verscheen ‘Veldnamen in de duinen van Texel’ waarin Kees Bruin en Erik van der Spek bijna 600 veldnamen hebben verzameld, toegelicht en op kaarten gezet. Gegevens uit archieven zijn gecombineerd met informatie van bijvoorbeeld boeren, jagers en bos- en vogelwachters. Ze vroegen mij voor de eindredactie; een heerlijke klus natuurlijk!
Galgenduin, Loodsmansduin, Seeting, Robbenjager.
Sommige veldnamen zijn eeuwen oud (Galgenduin, Loodsmansduin), de meest recente zijn nog maar enkele jaren oud, zoals Horsvallei, de naam van een nieuwe duinvallei op de zuidpunt van Texel. Veel overgeleverde namen stammen uit de negentiende eeuw, uit de tijd dat duinen en mientgronden (aan de duinvoet) verpacht werden aan duinboeren. Ook zijn er verwijzingen naar het werk van Rijkswaterstaat (de Kreeftepolder, naar een opzichter), naar de oorlog (Bunkervallei, Russenbossie, Spoorbaan), en naar aangelande zandplaten (de Hors en Onrust). Enkele veldnamen zijn specifiek voor Texel, zoals nol: in Noord-Holland zijn ‘nollen’ lage duintjes. Op Texel is de Stooknol juist een hoog, solitair duin dat vroeger een vuurbaken droeg. Opvallend is dat op Texel jacht en zandwinning nauwelijks veldnamen hebben opgeleverd.
Moesvlakkie, Alesiapaadje, Okusrichel, Besselbol, Woutersduinen, Mienterglop…
Een veldnaam kan verwijzen naar de vorm van een duin of een vallei, naar eieren rapen, naar een pachter, naar de stranding van een schip (Bessel, Alesia) of een ander voorval uit het verleden. Soms is alleen de veldnaam bekend, en weten we de betekenis en de precieze locatie niet meer. Soms is een plek in zee verdwenen. Betekenissen zijn soms moeilijk te achterhalen, maar los daarvan is alleen het uitspreken van de namen vaak al een genoegen. Probeer maar: Zodenvlak, Rezieneweid, Bol van Madura.